Hoi,
Het is vandaag zaterdag. De zon schijnt en over een uurtje ga ik op pad met mijn drie jongste kinderen. Maar eerst moet mij iets van het hart.
De schrijvers onder ons zullen het herkennen. Er broeit een verhaal. Woorden vliegen langs, ze fladderen en plagen. Verstoppen zich even zo snel weer in de kronkels van mijn brein. Ik krabbel er zo nu en dan een paar op papier. Gevangen op een kaartje hangen ze boven mijn bureau. Ik pak ze, schuif ze, hang ze terug. Wat is het verhaal dat ik wil vertellen? Ik wil de woorden dwingen, maar daar lijken ze van te schrikken. Misschien moet ik ze liefdevol uitnodigen? Kom woorden, werk een beetje met mij samen. Want het broeien voelt niet fijn.
Onverbiddelijk
Een week of wat geleden keek ik naar een masterclass van Marieke Lucas Rijneveld. Hij had het over het woord onverbiddelijk. Hij wil onverbiddelijk zijn in zijn schrijven en zo ook ‘goedkeuring geven aan zichzelf om dingen te schrijven die niet zo makkelijk zijn of die naar zijn om te lezen’. Ik neem het woord over. Ik schrijf het op een kaartje en hang het boven mijn bureau. Ik kijk er zo nu en dan naar, lees het, fluister het. Ik pas en meet het in mijn hoofd. Zo fladdert het daar inmiddels alweer dagen rond op zoek naar verbinding.
Teleurstelling
Toen ik vanmorgen wakker werd, probeerde ik mij enigszins slaapdronken te herinneren wat voor dag het ook alweer was. Ik had gedroomd. Ik wist niet meer precies wat, maar het gevoel was daar. Teleurstelling. En dat woord fladderde rond in mijn hoofd en verbond zich moeiteloos met onverbiddelijk.
Het vorige blog dat ik schreef ging over de relatie tussen de oorlog in Rusland en Jehovah’s Getuigen. Ik schrijf niet vaak over mijn ouders. In dit blog heb ik echter, heel genuanceerd, mijn ouders als voorbeeld gebruikt. Ik wilde de impact van de veranderde wereldsituatie op het leven van getuigen illustreren. Mijn vader reageerde openlijk op Facebook: hij was teleurgesteld. Op mijn vraag waarom hij teleurgesteld was kreeg ik geen antwoord. Twee lieve vrienden vroegen hem om uitleg. Geen antwoord.
Een kwartiertje om te schrijven
Ergens eind 2017 is het contact met mijn ouders verbroken. Maar toen kwam corona. Mijn vader stuurde mij zo nu en dan een berichtje om te vertellen hoe het met hem en moeder ging en sprak de hoop uit dat wij allemaal gezond zouden blijven. Natuurlijk beantwoordde ik zijn berichten. Maar het ging ook steeds meer schuren. Wil hij mij nu wel als dochter of toch niet? Informeert hij als vader en opa naar onze gezondheid? Of als ouderling die peilt of er nog een mogelijkheid is tot terugkeer naar de organisatie? Door corona kon de prediking niet op de gebruikelijke wijze voortgezet worden. De liefde voor God wordt onder andere gemeten in het aantal uren dat je aan de prediking besteedt. Was ik misschien gewoon een kwartiertje om te schrijven? Of een nabezoek om te rapporteren?
De onrust van de vragen groeide. Een aantal maanden geleden was ik voor mijn opleiding op pad. In de focus van het moment en omringt door mijn medestudenten was daar ineens weer een berichtje. Geen echte vraag, gewoon weer een mededeling over de ouderlijke gezondheid. Ik was weer even volledig uit het veld geslagen, verrast, boos, verdrietig. Zo’n explosie van gevoelens is dodelijk vermoeiend. Ik besloot mijn vader te blokkeren. Het voelde fout, alsof ik hem uitsloot, maar het gaf ook even rust. Maar toen gebeurde Facebook…
Onverbiddelijk teleurgesteld
Ik ben inmiddels goed wakker. Ik zit achter mijn laptop en kijk nog even naar het kaartje boven mijn bureau: onverbiddelijk. Niet over te halen, vastbesloten, genadeloos. Mijn eerste actie: die blokkade gaat eraf. Naast mij liggen wat krabbels op papier. Teleurstelling. Oké pap, laten we het daar eens over hebben. Mijn hart klopt in mijn keel, maar ik ben niet meer over te halen, vastbesloten en misschien zelfs voorzichtig genadeloos. Ik ben teleurgesteld. Je hebt als vader gefaald. Je hebt mij niet beschermd, niet gezien en zeker niet de ruimte gegeven om te ontdekken, te groeien of zelfs maar voor mezelf te denken. Zodra ik dat wel ging doen en ik besloot mijn leven verder zelf in te gaan richten, liet jij mij, onverbiddelijk, in de steek. Terwijl ik deze woorden typ hoor ik een vermanend stemmetje achter in mijn hoofd: “maar er waren toch ook leuke en mooie momenten?” STIL! Ik ben nu even onverbiddelijk in mijn teleurstelling.
Onmogelijk gelukkig
Weet je pa, wij lijken best veel op elkaar. Ik heb jouw ogen. Ik draai onze klassiekers nog regelmatig. Soms werd alles je teveel en vluchtte je naar je caravan. Ik vond het allemaal wel prima. Je nam een hoop spanning mee die kant op en ik durfde dan weer even diep adem te halen. Ik heb ook een caravan en vind het heerlijk om zo nu en dan te ontsnappen aan de drukte van mijn bestaan. Het grote verschil is dat ik gelukkig ben. Gelukkig met mijn kinderen, vrienden, familie, dieren, huis, werk en zo nu en dan mijn eigen hutje op de hei.
Ik weet wat je denkt: het is onmogelijk dat jij gelukkig bent. Dat is immers wat je gelooft, wat je is wijsgemaakt door de organisatie die je zo trouw dient. Afvalligen zijn geestelijk ziek en moeten gemeden worden als de pest. Ten prooi gevallen aan de duivel belandden de meesten in de goot, verslaafd aan drank en drugs. Niet in staat om lief te hebben, niet in staat om een waardevol leven op te bouwen.
Weet je wat het ergste is pap? Dat dit in sommige gevallen ook echt gebeurt. Niet omdat Satan daar een hand in heeft. Ik heb mensen kapot zien gaan aan hun uitsluiting, aan het verlies van al hun dierbaren. Niet omdat ze vreselijke mensen waren, maar omdat ze hun eigen pad wilden bepalen. Ze raakten alles kwijt en kwamen terecht in een wereld die ze niet kenden. Een wereld die door de organisatie wordt afgeschilderd als een vreselijke en gevaarlijke plek met vernietiging in Armageddon als eindstation. Uitsluiting is wat mensen kapot maakt, niet ‘de wereld’.
Liefde
En niet in staat om lief te hebben? Ik ga door het vuur voor al mijn kinderen, geen God kan mij van hen scheiden. Mijn liefde is puur en onvoorwaardelijk. Maar daarnaast ben ik misschien inderdaad niet meer tot liefde in staat. Niet omdat ik dat niet wil of er niet naar verlang, maar omdat ik niet meer durf. Als je eigen ouders je bij het grofvuil zetten als je niet meer gelooft wat zij geloven, bestaat liefde dan wel voor mij? Ben ik liefde waard?
Er is in dit verhaal geen winnaar of verliezer aan te wijzen. We verliezen allebei. Want ik mis je pap. Elke dag. En ik hoop dat er een dag komt dat je trots op mij kan zijn. Ik heb namelijk ook ontzettend veel gewonnen (en overwonnen). Ik hoop dat je mijn vier fantastische kinderen opnieuw kan leren kennen. Je bent welkom, de lijnen staan weer overal open. Na teleurstelling is er genoeg ruimte voor vergeving. Onverbiddelijk.Ik haal een paar keer diep adem. Mijn dochter klopt op de deur: “ga je zo mee mam?” Tijd om dit blog at te sluiten. Dank voor het lezen. Reacties zijn welkom onder dit bericht of via mijn social media. Tot de volgende!
Liefs,
Ilona
Masterfully written, the words express so well the feelings and frustrations of not being able to tell your family that you no longer believe in Watchtower leadership and doctrines without becoming dead to them.